“Bied bewoners de mogelijkheid om met nieuwe energie beter te wonen voor hetzelfde geld en leg de uitgangspunten daarvoor wettelijk vast”, dat is de eerste aanbeveling voor het Klimaatakkoord van Stroomversnelling. De energietransitie in de gebouwde omgeving is namelijk niet alleen een technologische en financiële opgave, de sociale opgave is misschien wel het grootst. “De energietransitie vergt een integrale aanpak”, verduidelijkt Leen van Dijke, voorzitter Stroomversnelling.
“Eind mei hebben we daarom een position paper opgesteld; dit op basis van de bevindingen van vijf jaar Stroomversnelling en het beeld wat we vormden als deelnemer aan de Sectortafel Gebouwde Omgeving. De paper geeft een goed beeld van hoe de gebouwde omgeving in 2050 CO2-neutraal en energieneutraal kan zijn.” In de position paper staan vier belangrijke aanbevelingen: bied bewoners de mogelijkheid om met nieuwe energie beter te wonen voor hetzelfde geld en leg de uitgangspunten daarvoor wettelijk vast; ontwikkel een betaalbaar aanbod; genereer stuwkracht door bewoners te betrekken; en, zorg voor de juiste prikkels met wet- en regelgeving.
We moeten het met elkaar doen, daarom is het zo ontzettend belangrijk om bewoners in beweging te krijgen.
Leen van Dijke / voorzitter Stroomversnelling
Bewoners betrekken
Behalve technische aanbevelingen en aanpassingen in de wetgeving, worden bewoners heel duidelijk betrokken bij de opgave. Van Dijke: “We moeten het met elkaar doen, daarom is het zo ontzettend belangrijk om bewoners in beweging te krijgen.” Volgens Stroomversnelling ligt de sleutel tot succes bij betrokkenheid. “Bewoners willen kunnen kiezen uit verschillende betaalbare renovatieconcepten. Dit betekent dat de hele bouwsector aan de slag moet met innovatie en industrialisatie, om de kosten fors omlaag te brengen. Het doel is dat bewoners na de renovatie dezelfde woonlasten hebben. In plaats van energiekosten betalen ze dan een energieprestatievergoeding. Beter wonen voor hetzelfde geld is de beste manier om mensen warm te krijgen voor de transitie.” Daarnaast geeft hij aan dat het belangrijk is om hen echt te betrekken bij beslissingen. “De energietransitie raakt mensen op de plek waar ze wonen en werken. Het moet voor hen duidelijk zijn, na wanneer door wie en waarover besluiten worden genomen.”
Terugtrekken
De vraag aan Van Dijke is tevens: hoe moeten woningbouwcorporaties starten? “Er is maar één manier om straks bij het doel uit te komen: terugrekenen vanaf 2050 en definiëren welke stappen nodig zijn. En laat je daarbij niet verleiden door de ‘quick wins’, anders loop je later alsnog tegen de echte opgaven aan. Maatregelen moeten passen in een stappenplan. Het Klimaatakkoord schept het momentum om bij de basis te beginnen.” Ook moet er volgens hem verder gekeken worden dan de kostenefficiëntie. “Vanuit een integrale visie zien we dat de verduurzaming waarde oplevert in de vorm van wooncomfort, woonlasten, woningwaarde, leefbaarheid en natuur. Als we deze opgave combineren met andere maatschappelijke opgaven, dan geeft dat kansen om geldstromen effectiever te benutten.”